De doodlopende weg van windenergie
De snelle opkomst van zonne- en windenergie lijkt voorbij te gaan aan een aantal serieuze problemen die deze vorm van energie-opwekking voor onze economie en milieu veroorzaken. Landschappen veranderen in industrieparken, nieuwe vormen van plundering van Afrikaanse landen, energiearmoede en een sluimerende milieuramp zijn onderdeel van deze duurzaamheidsindustrie. Vliegtuigbouwkundig ingenieur Bert Weteringe schreef hierover een stevig gedocumenteerd boek: ‘Windhandel’.
Foto: Fragment van omslag boek
‘Ook windenergie is zwaarvervuilende industrie’
Het streven naar ‘duurzame’ energie-opwekking beheerst al decennia een groot deel van de Westerse wereld. Daaraan ligt de veronderstelling ten grondslag dat ‘het klimaat’, zeg maar het stelsel van weersystemen over een langere termijn, lijdt onder de huidige opwekking met fossiele brandstoffen. CO2 zou daarbij de bron van wereldwijde opwarming van de aarde zijn. Waar in de jaren tachtig van de vorige eeuw een kleine ijstijd werd voorspeld, veranderde dit in de jaren negentig in global warming, om nu weer ombenoemd te zijn naar ‘klimaatverandering’, in welke richting dan ook.
Het voorwoord van het boek is van luchtvaartingenieur Coen Vermeeren. Hij hekelt hier de miljardenverslindende maatregelen die minister Jetten heeft aangekondigd om zeggen en schrijven 0,00036 graden verschil te maken. In de academische wereld heette dat vroeger trouwens gewoon ‘nul’, aldus Vermeere die doceerde aan de TU Delft. Vermeeren spreekt van een “planetaire suïcidale technologie“. De vervuiling veroorzaakt door het gebruik van fossiele brandstoffen moet volgens hem zeker worden aangepakt, maar dan moet windenergie ook tot de zwaar vervuilende industrie worden gerekend.
Het klimaat redden door het milieu te schaden
In het boek gaat Weteringe in op uiteenlopende aspecten van energieopwekking door wind. Hij schetst de historie, maar ook de politieke context dat sterk met dit onderwerp is verweven. Onderwerpen als Agenda 21, Agenda 2030, de Europese Green Deal geven aan dat de snelle opkomst van windenergie niet uit de lucht komt vallen.
De veronderstelling dat de mens verantwoordelijk is voor de verandering van lange termijn weerpatronen, oftewel het ‘klimaat’, is niet overtuigend aangetoond. De opvolging van tegenstrijdige voorspellingen van ‘er komt een kleine ijstijd’ in de jaren tachtig, gevolgd door ‘global warming’ en, bij uitblijvende waarneembare stijging van de globale temperaturen, nu weer geframed als ‘klimaatverandering’. Met de laatste term kan elke verandering in weerpatronen nu als ‘klimaatprobleem’ worden geduid.
IJsberenpopulatie groter dan ooit
Ons geheugen laat ons in de steek, maar veel van de apocalyptische voorspellingen zijn niet uitgekomen.
Zo schreef De Leeuwarder Courant op 28 januari 1974:
“Vooraanstaande weerkundigen uit alle delen van de wereld zijn ervan overtuigd dat de aarde langzaam naar een nieuwe ijstijd toegaat.”
Weteringe beschrijft de klimaatgoeroe Al Gore die met zijn boek en latere filmversie ‘The inconvenient truth’ in 2006 voorspelde dat de Noordpool in 2015 “absoluut ijsvrij” zou zijn. Inmiddels blijkt de scheepvaart momenteel juist te klagen over vroeg invallende bevriezing van de wateren ten noorden van Rusland.
Ook de waarschuwingsborden bij de entree van het Amerikaanse Glacier National Park zijn weggehaald. Op de borden stond te lezen dat vanwege de opwarming van de aarde u, de bezoeker, wel eens de laatste zou zijn die de gletsjers zouden kunnen aanschouwen. De gletsjers zijn er nog.
Effecten op het milieu zijn zorgelijk
In het 137 pagina’s tellende boek besteedt Weteringe veel aandacht aan de effecten van de opwekking van windenergie voor omgeving en de natuur, samengevat met de term ‘milieu’. Alle schadelijke effecten op het milieu gaan deze boekbespreking te boven. De lijst is lang en veelal niet nog bekend of genegeerd.
De hypocrisie over een einde brengen aan het delven van fossiele brandstoffen wordt duidelijk als je je realiseert dat voor één flinke windturbine (sommigen reiken met de rotorbladen meegeteld al boven de 250 meter) maar liefst 220 ton kolen nodig is. De mast van de windturbine is immers van staal. Voor een gemiddelde windturbine (niet de grootste) is 900.000 kg staal nodig, 2,5 miljoen kg beton (met uitstoot CO2, voor zover dat belangrijk is) en 45.000 kg met vezelversterkte kunststof.
De cijfers worden duizelingwekkend wetende dat de Noordzeelanden nog 30.000 windturbines op zee willen plaatsen.
Wie in de buurt, en dat kan soms meer dan een kilometer zijn, van een windturbine woont kan te maken krijgen met slagschaduw (een ‘knipperende’ zon door het raam) en met laagfrequent geluid. Dat laatste is vaak onhoorbaar, alleen in onderbewustzijn voelbaar. Het drijft mensen tot waanzin, slapeloze nachten of in de auto verderop de nacht doorbrengen.
De bomenkap voor de windturbines is een ander zorgelijk probleem. Voor de plaatsing van windturbines moeten toevoerwegen worden aangelegd en een plek waar de tonnen zware vrachtwagens kunnen parkeren. De bodem ter plekke wordt zo verhard, dat alle bodemleven sterft en herstel onwaarschijnlijk is. Voor de noodzakelijke wegen en parkeer- en productieplek wordt veel bos gekapt.
Er zit echter ook veel hout in de rotorbladen. De grotere turbines met rotorbladen tot wel 100 meter lengte, bevatten 150 m3 balsahout. Een stevige maar lichte houtsoort die veelal uit het Amazonegebied komt. Veel komt van plantages, maar door de exploderende vraag vindt er ook illegale kap in het toch al kwetsbare gebied plaats.
Dan hebben we het nog niet over de slachting dat plaatsvindt in de fauna. Vogels, vleermuizen, maar op zee ook talrijke grote vissoorten, overleven de windturbineparken niet. Door de grote oppervlakten die de windturbineparken inmiddels beslaan worden steeds meer vogeltrekroutes doorsneden. In de VS loopt de vleermuizenstand gevaar, maar niet door het klimaat. Naar schatting sterven jaarlijks 600.000 – 880.000 vleermuizen door de windturbines, alleen al in de Verenigde Staten.
Dat in veel gebieden de insectenpopulatie afneemt is mede te wijten aan de windturbines. Met een rotatiesnelheid van 250-290 km/u veroorzaken de turbines luchtstromingen waarop insecten zich laten meevoeren. Echter de luchtstroom voert ze naar de dodelijke rotorbladen. Foto’s van met insecten beklede rotorbladen spreken boekdelen. Bovendien verandert de grote hoeveelheid gedode insecten ook de luchtstroom langs de rotorbladen en daarmee daalt het rendement van de turbine.
Economisch, technisch en in de tijd onhaalbaar
Weteringe toont overtuigend aan dat een volledige energie-opwekking met wind (dan wel zon) economisch, technisch en in de tijd niet haalbaar is. Investeerders zijn terughoudender geworden vanwege de oplopende kosten. Vooral de enorme noodzakelijke kosten voor aanpassing van het electriciteitsnetwerk lopen snel op. Het in Arnhem gevestigde TenneT heeft er de handen vol aan, zeker omdat voldoende financiële middelen en technisch personeel ontbreken.
Dezelfde organisatie moet alle zeilen bijzetten om met het onvoorspelbare aanbod van windenergie (en zon) het net stabiel te houden. Bij het plotseling wegvallen van wind moeten conventionele centrales, die op kolen, gas of olie worden gestookt, direct het werk kunnen overnemen. Deze centrales kunnen dus niet dicht, ook niet bij de onhaalbare 100% ‘duurzame’ energie-opwekking.
Volgens Weteringe kost het plannen en bouwen van windturbines zoveel tijd, dat we nog jaren nodig hebben voordat alle energie op deze wijze kan worden opgewekt. Uitgaande van de benodigde aantallen windturbines in de VS, gerelateerd aan de huidige bouwproductie van 3.000 – 5.000 windturbines per jaar, moeten de Amerikanen nog 175 tot 300 jaar wachten op de gewenste eindsituatie van all-electric.
Planetaire suïcidale technologie
Zoals in de inleiding gezegd spreekt Coen Vermeeren in het voorwoord van het boek van “planetaire suïcidale technologie“. En wie dit goed gedocumenteerde boek van Bert Weteringe leest zal moeten toegeven dat met wind voor opwekking van energie voor een heel land, de verkeerde afslag hebben genomen. Weliswaar geschikt voor lokale opwekking, waarbij een backup minder relevant is, is deze vorm van energie-opwekking voor een heel land een illusie, een financiële en ecologische ramp. Het zal de grootste denkfout van onze generatie blijken.
Ondertussen worden nog miljarden verdiend, betaald met belastinggelden. De bouw van nieuwe, steeds grotere windturbines, zal nog wel even doorgaan. Als de eerste grootonderhouds- en vervangingsslag komt, zal duidelijk worden hoeveel schade wij aan ons milieu hebben aangericht en hoe kostbaar, lees onbetaalbaar, deze ‘duurzaamheidsdroom’ is geworden.
Boektitel: Windhandel
Auteur: Bert Weteringe
Uitgever: Obelisk
Bestellen via deze website.
Zie ook onderstaande documentaire ‘Headwind’ van Marijn Poels.
Zie ook de protesten tegen de bouw van windturbines in het Duitse Reinhardswald.
Lees ook: Windturbinepark op de Noordzee €40 miljard duurder dan verwacht.