Zo zal de oversterfte in 2024 fors dalen

Zo zal de oversterfte in 2024 fors dalen - 69653
Samenvatting van het artikel

Uitleg van het effect van de nieuwe berekeningsmethode van het RIVM over de vaststelling van de oversterfte. De nieuwe aanpak maakt de kans groter dat er weinig tot geen oversterfte in 2024 wordt gemeld. Een bijdrage van Hans Verwaart.

Lees volledig artikel: Zo zal de oversterfte in 2024 fors dalen

Leestijd: 9 minuten

Samenvatting

Eén van de taken van CBS is de werkelijke sterfte en de oorzaken daarvan te tellen. Zij rapporteerden dus dat de werkelijke sterfte op jaarbasis in de periode 2020-2022 ongeveer 15.000 overlijdens hoger ligt dan daarvoor. Of er sprake van oversterfte is ligt eraan welke sterfte je in enig jaar verwacht. Het RIVM heeft daarvoor in 2009 de “sterftemonitor” in het leven geroepen, waarin de werkelijke sterfte wordt geduid. Sinds corona haar intrede heeft gedaan, is ook het CBS de verwachte sterfte gaan schatten.

Bij de verwachting van het CBS wordt gekeken naar de sterfte in de vijf jaar voorafgaand aan de corona-periode. Deze wordt nog aangepast voor demografische ontwikkelingen wat tot een stijging van ongeveer 0,5 – 1% per jaar leidt. Het RIVM daarentegen neemt inmiddels ook de werkelijke sterfte in de jaren 2020 t/m 2022 mee. Dit leidt tot een verwachting die jaarlijks met 4 – 5% stijgt.

In de jaren 2020-2022 bedroeg de werkelijke sterfte ongeveer 170.000 personen hetgeen 9 – 10% hoger is dan de verwachte sterfte op basis van de CBS-verwachting. Er was dus een oversterfte van 9 – 10% van de verwachte sterfte.

In drie jaar is de CBS-verwachting zo’n 2 – 2,5% gestegen. Het duurt nog lang voordat de verwachte sterfte in het CBS-model op 170.000 overlijdens uit komt.

Maar half december heeft het CBS aangekondigd te stoppen met de oversterfteberekening en die over te laten aan het RIVM.

In tegenstelling tot het CBS is bij het RIVM de verwachting in drie jaar al zo’n 12 – 14% gestegen. Daarmee is binnen drie jaar al wel de 170.000 overlijdens bereikt. De consequentie daarvan is, dat, wanneer de werkelijke sterfte opnieuw zo’n 170.000 overlijdens bedraagt, er geen sprake meer is van oversterfte.

De oversterfte is witgewassen. Bovennormale sterfte is normaal geworden.

Als de maatschappij de nieuwe RIVM-methode heeft omarmt, dan zal de de noodzaak om onderzoek te blijven doen naar de onverklaarde oversterfte van afgelopen jaren er niet meer zijn. Want die ligt gelukkig achter ons, zal men zeggen. Maurice publiceerde op deze site een terugblik op 2024: hij zou nog kunnen toevoegen: de oversterfte is plotseling weg!

Wij weten wel beter…

Een kleine terugblik

Maart 2020.

De eerste Covid-19 doden zijn een feit. Na een korte maar heftige golf dalen de sterftecijfers weer. In het najaar echter volgt een nieuwe golf. De oversterfte in 2020 is goed te verklaren, deze valt samen met de coronapieken en in augustus was er een hittegolf.

Januari 2021.

Het vaccineren tegen de nadelige effecten van het doormaken van een corona-infectie is begonnen. Desondanks was er in voor- en najaar nog sprake van een flink aantal overlijdens door Covid-19. In het eerste halfjaar was er veel minder oversterfte dan overlijdens aan/door Covid-19 volgens de rapportage van het CBS. In het tweede halfjaar daarentegen was de oversterfte juist groter dan het gerapporteerde aantal Covid-19-overlijdens. De oversterfte kon dus niet meer volledig worden verklaard. In november 2021 oversteeg de oversterfte het aantal overlijdens aan Covid-19 significant.

Januari 2022.

In korte tijd is de nieuwe coronavariant Omikron dominant geworden in Nederland. Dit leidde in geheel 2022 tot een afname van de sterfte aan Covid-19 met ca. 60%. Ondanks die flinke afname, was de totale sterfte in geheel 2022 ongeveer gelijk aan die van voorgaande twee jaren. Kortom, de hoeveel onverklaarde oversterfte was flink gegroeid.

December 2023.

Ook in 2023 is het coronavirus nog rondgegaan in Nederland, maar het aantal overlijdens door of met Covid-19 is verder afgenomen. Voor het vierde achtereenvolgende jaar koersen we af op ongeveer 170.000 overlijdens. Gezien de verdere afname van het aantal Covid-19 doden, is de onverklaarde oversterfte verder gestegen. In een publicatie over de sterfte-ontwikkeling meldt CBS te gaan stoppen met het rapporteren van de verwachte sterfte.

Hoe wordt oversterfte eigenlijk berekend?

Oversterfte is het verschil tussen de werkelijke en de verwachte sterfte:

  • De werkelijke sterfte wordt door ons nationaal telinstituut CBS bijgehouden. Zij publiceren wekelijks de sterftecijfers met uitsplitsing naar leeftijdsgroepen en geslacht.
  • De verwachte sterfte wordt sinds 2009 door RIVM bepaald (de zgn. “sterftemonitor”, ingesteld om het verloop van de Mexicaanse groep in ons land te volgen), maar de afgelopen vier jaar heeft CBS deze ook bijgehouden. Vanwege de vele publicaties en nieuwsberichten van CBS werd CBS als toonaangevend gezien bij het bepalen van de verwachte sterfte. We zullen nu dieper ingaan op de manieren waarop RIVM en CBS de verwachte sterfte hebben bepaald of gaan bepalen.

CBS-methode

CBS kijkt naar de sterfte in de voorgaande vijf jaar en corrigeerde deze voor demografische ontwikkelingen. Voor de bepaling van de verwachte sterfte in 2021 had eigenlijk de vijfjaarsperiode moeten verschuiven naar 2016-2020. Dan zou echter de oversterfte in 2020 zijn meegenomen, hetgeen zou leiden tot een hogere verwachting. Vandaar dat is besloten voor de jaren 2021 t/m 2023 toch uit te gaan van de sterfte in de pré-coronajaren 2015-2019 inclusief een correctie voor demografische ontwikkelingen. Dit resulteerde van 2020 t/m 2023 in een licht oplopende verwachte sterfte van 0,5 – 1% per jaar. Bewust werden bij de berekening van de verwachting dus de corona- of oversterftejaren niet meegenomen.

RIVM-methode

Bij RIVM moeten we onderscheid maken tussen de oude methode (vandaar de toevoeging “oud” hierna) en de nieuwe methode die vanaf december 2023 in de lucht is. De nieuwe methode berekent de aangepaste verwachting vanaf juli 2021.

RIVM-methode (oud)

Net als bij CBS keek het RIVM naar de afgelopen vijfjaarsperiode, echter zij corrigeerden voor griepgolven, en legden de knip niet op 1 januari maar op 1 juli. Eigenlijk keken ze dus per griepseizoen. Hoe de correctie vanwege griepgolven eruit zag, werd niet duidelijk gemaakt. Ook meldden zij dat de verwachting voor seizoen 2021/2022 was herberekend op basis van sterftedata van juli 2016-juni 2021. Daarmee geven ze dus expliciet aan dat RIVM de verhoogde sterfte in de corona- of oversterftejaren wél meenam.

Elke week volgende op hun site een weekbericht, dat het vorige overschreef. Een voorbeeld van een oud weekbericht is daarom alleen nog terug te vinden met de WayBack Machine. Dat is gelukt, we hebben hier (zie kader hieronder) één van de laatste berichten dat is gearchiveerd op 21 september 2023 en de periode 7-13 september betreft. Verderop in het artikel zullen we hierop ingaan, waarbij we de verwachting naast die van CBS en de nieuwe RIVM-methode zullen leggen en de consequenties voor de oversterfte in die week zullen bepalen.

Witwasoperatie oversterfte - 69639

RIVM-methode (nieuw)

Bij de nieuwe methode is wat duidelijker aangegeven hoe sterftepieken door infectieziekten en hittegolven worden geëlimineerd, bij de oude methode ging het alleen over het uit de tellingen halen van griepdoden. Als je gaat proberen het na te rekenen, leidt dat tot andere m.n. lagere getallen dan die RIVM nu produceert. Blijkbaar zijn er dus nog stappen in het rekenmodel die niet worden beschreven. De nieuwe methode leidt met terugwerkende kracht tot een hogere verwachting voor dezelfde periode dan de oude methode. Dat is duidelijk te zien in het voorbeeld dat hieronder wordt uitgewerkt. Op 21 december 2023 is de nieuwe methode live gegaan. Via een knop zijn de boven- en ondergrens van de verwachte sterfte en werkelijke sterfte op weekbasis vanaf juli 2021 t/m juni 2024 in csv-formaat te downloaden.  Door het meenemen van de jaren met flink hogere sterfte stijgt de verwachting jaarlijks met zo’n 4 – 5%.

Week van 7 – 13 september 2023 als voorbeeld

Een nadeel van de oude RIVM-methode was dat ze weliswaar per week rapporteerden maar de rapportageperiode was NIET gelijk aan een kalenderweek, de nieuwe week begon op donderdag. (NB: in de nieuwe RIVM-methode wordt wél per kalenderweek gerapporteerd, net zoals CBS dat deed, waarbij de nieuwe week dan begint op maandag.)

Deze week valt bij CBS en RIVM-nieuw dus gedeeltelijk in de weken 36 en 37. We zullen de getallen voor deze weken dan ook middelen.

 

 1. Ondergrens 2. Verwachting 3. Bovengrens 4. Werkelijke sterfte 5. meer- of mindersterfte (4. – 2.) 6. Oversterfte
CBS-methode 2614 2744 2875 2938 194 Ja
RIVM-methode oud 2620 2799 2978 2938 139 Nee
RIVM-methode nieuw 2845 3054 3263 2938 – 116 Nee

De CBS-methode komt voor deze periode uit op een oversterfte van 194 mensen. De oude RIVM-methode zit daar 55 onder. Omdat het binnen de verwachting en het bovenste betrouwbaarheidsinterval ligt, is er volgens RIVM geen sprake van oversterfte. In de nieuwe RIVM-methode echter, blijkt er in deze week absoluut geen sprake te zijn van meer- of oversterfte. Integendeel, er is, te zien aan het minteken, juist sprake van ondersterfte! Verschil met de CBS-methode is 310 mensen. En dat voor één week!

Het is niet zo, dat voor elke week het verschil zo groot is.

Herman Steigstra c.s. heeft een model ontwikkeld voor het betrouwbaarder berekenen van de verwachte sterfte. In dit model komt de verwachte sterfte iets hoger uit dan die van het CBS. Dat is in dit artikel terug te vinden.

Verschil tussen CBS en nieuwe RIVM-methode (2022-2023)

De volgende plaatjes laten de consequenties zien als de nieuwe RIVM-methode wordt ingevoerd. Het plaatje links geeft de situatie weer, waarbij de oversterfte is berekend met de CBS-verwachting en rechts die met de nieuwe RIVM-verwachting. In het voorjaar is de verwachting meestal iets verlaagd door RIVM, terwijl die in het najaar juist is verhoogd.

Witwasoperatie oversterfte - 69640

Vooral voor het jaar 2023 is het verschil goed te zien. Gebruik makend van de CBS-verwachting is er op enkele weken na, altijd sprake van oversterfte. RIVM ziet echter tussen wk 15 en 44 vooral ondersterfte, met één piek van drie weken oversterfte in juni.

De oversterfte in 2022 zou bij gebruik maken van de RIVM-methode dan niet meer ruim 14.000 bedragen, maar 11.000.

2023 is als jaar nog niet afgesloten, we kennen wel de sterftecijfers t/m week 50 (laatste vijf weken zijn een schatting). Tot en met week 50 zou er een oversterfte zijn bij de CBS-methode van ruim 11.300 mensen. Bij de nieuwe RIVM-methode gaat het dan slechts om een kleine 2.600 gevallen. Een verschil van 8.700!

Verschil voor drie leeftijdsgroepen

Groep 0-65

Witwasoperatie oversterfte - 69641

Wat duidelijk opvalt is de lijn in de verschillen tussen RIVM en CBS. In opvolgende jaren worden die steeds groter, is ook te verwachten aangezien steeds meer corona/oversterftejaren bij de berekening van de verwachting worden betrokken. Hoogste verschil in verwachte sterfte is 36, en dat betekent voor die week een verhoging van 9,8% ten opzichte van de CBS-verwachting. Over heel 2023 scheelt dat ongeveer 1.000 overlijdens. Oftewel, je moet eerst 1.000 overlijdens meer hebben in 2023 voordat RIVM de meersterfte als oversterfte begint te tellen.

De corona/oversterfte-periode kenmerkt zich door een lager dan verwachte sterfte in het voorjaar, vanwege het uitblijven van griep, terwijl al vroeg in het najaar, vanaf september, meer mensen dan verwacht overlijden. Dat kunnen we terugzien in de drie plaatjes van de leeftijdsgroepen, te beginnen met bovenstaande. In het voorjaar zien we negatieve waarden, hetgeen betekent dat RIVM voor zo’n week een lagere sterfte verwacht dan CBS, maar in het najaar zien we hogere waarden.

De volgende twee plaatjes tonen de gevolgen voor de oversterfte in de periode juli 2021 – eind 2023 (week 50), daarbij links de verwachte sterfte conform CBS en rechts die conform RIVM. Op de X-as de weeknummers in die periode en op de Y-as het aantal overlijdens per week.

Witwasoperatie oversterfte - 69642

Duidelijk is te zien dat in 2023 bij RIVM er minder oversterfte is in een lange periode zelfs behoorlijke ondersterfte.

Groep 65-80

Witwasoperatie oversterfte - 69643

Grootste verschil tussen de twee methoden is 122 en zien we in week 33 van 2023. De RIVM-verwachting is dat 13,3% hoger dan de CBS-verwachting. Totaal verwacht RIVM ongeveer 4.100 overlijdens meer in 2023, dat is bijna 10% meer dan CBS. Voordat RIVM dus sterfte boven de CBS-verwachting als oversterfte ziet moeten er eerst aanzienlijk meer mensen overlijden.

Witwasoperatie oversterfte - 69644

 

Bij CBS is er eigenlijk alleen in week 1 en 9 in 2022 sprake van één week ondersterfte. De rest van de beschouwingsperiode (juli 2021 – eind 2023) is er altijd oversterfte. Bij RIVM echter verdwijnt de ondersterfte in het begin van 2022, maar vindt deze wél plaats in een brede periode in het zomerseizoen van 2023.

Vreemde discontinuïteit

Wat in bovenstaande figuur ook goed te zien is, is dat in de RIVM-verwachting twee maal een discontinuïteit optreedt, nl. in week 27 van elk jaar. Dit sprongetje wordt veroorzaakt doordat RIVM per seizoen de verwachting aanpast. In  werkelijkheid is deze discontinuïteit er natuurlijk niet.

Groep 80 plus

Witwasoperatie oversterfte - 69646

Dit plaatje kenmerkt zich door diepe, smalle dalen en brede pieken. Het maximale verschil bedraagt 169 in 2023 (11,2% van de sterfte voor die week), echter in het diepste dal wordt een verschil van 250 berekend. Ondanks dat het jaar 2023 zowel een dal als een piek kent, is er toch sprake van 2.795 extra overlijdens in de verwachting van RIVM. Dat is echter minder dan bij de twee andere groepen als je het gehele jaar bekijkt, maar 3%.

Witwasoperatie oversterfte - 69648

In het linkerplaatje is er vooral begin 2022 en 2023 sprake van ondersterfte. Bij RIVM is deze zo goed als verdwenen, maar treedt er in de zomer en vroege najaar juist ondersterfte op.

Het is me trouwens opgevallen dat de verwachting van de drie groepen bij elkaar niet gelijk is aan de verwachting van alles samen. Dat terzijde.

Verwachting 2024

Aangezien RIVM per seizoen de verwachting bijwerkt, is de verwachting voor de eerste helft van 2024 al bekend.

Zelfs als de verwachting voor de tweede helft van 2024 niet wordt verhoogd (dat zal zeker wel gebeuren omdat steeds meer corona/oversterftejaren bij de berekening worden meegenomen) is al duidelijk dat de verwachte sterfte over het gehele jaar in de buurt komt te liggen van de sterfte in de afgelopen drie jaren 2020-2022. In de volgende grafiek (met dank aan Herman Steigstra voor het gebruiken) is dat te zien aan de groene kolom, die is in 2024 qua orde van grootte gelijk aan die van 2020-2022.

Witwasoperatie oversterfte - 69649

Conclusies:

  1. de nieuwe methode van RIVM om de verwachte sterfte te bepalen zal ertoe leiden tot in 2024 e.v. er geen sprake meer is van oversterfte, indien de werkelijke sterfte in de buurt ligt van die van de jaren 2020 t/m 2023.
  2. Omdat er in begin ’21 en ’22 geen griep was, is de verhoging het kleinst in het eerste kwartaal (er zijn zelfs een aantal weken waar de verwachte sterfte omlaag is gegaan) van het jaar en het hoogst in het vierde kwartaal – strikt genomen eigenlijk al vanaf begin september.
  3. De nieuwe aanpak kan tot gevolg hebben dat in de media en politiek de aandacht om te zoeken naar een verklaring van de verhoogde sterfte in de afgelopen jaren zal verzwakken, waardoor de onverklaarde oversterfte van de afgelopen jaren voor altijd een mysterie zal blijven.