Er is geen klimaatcrisis. Het populaire verhaal over klimaatverandering weerspiegelt een gevaarlijke corruptie van de wetenschap die de wereldeconomie en het welzijn van miljarden mensen bedreigt. Misplaatste klimaatwetenschap is uitgegroeid tot shock-journalistieke pseudowetenschap. Het is gepromoot en uitgebreid door gelijkaardige misleide zakelijke marketingagenten, politici, journalisten, overheidsinstanties en milieuactivisten.
U dacht toch niet dat ik deze beweringen heb geschreven? Helemaal niet. Het is een tekstfragment, dat letterlijk overgenomen is, uit de Arlington speech, op 8 mei 2023 uitgesproken, door John Francis Clauser. Dat is een Amerikaanse fysicus, gespecialiseerd in de experimentele en theoretische natuurkunde, bekend om zijn bijdragen aan het onderzoek naar kwantummechanica. Vorig jaar (2022) kreeg hij – samen met twee collega’s – de Nobelprijs voor Natuurkunde. Haal ik dit nu aan, om me te beroepen op de autoriteit van die man? Absoluut niet.
Om te beginnen vind ik autoriteit niet zo’n doorslaggevend criterium, om het met iets of iemand eens te zijn. Soms ben ik het er zelfs helemáál niet mee eens. Neem nu Al Gore en het IPCC – ook zij kregen deze ‘prestigieuze’ prijs, voor bewezen diensten, in 2007
“…voor het vergroten en verspreiden van de kennis over de door de mens veroorzaakte klimaatverandering, en voor het bevorderen van maatregelen om deze tegen te gaan”.
Ik begrijp om te beginnen niet eens, wat dit met vrede te maken heeft, en dat wordt er niet beter op, als ik kijk naar de catastrofe, die deze bewierookte ‘klimaatpolitiek’ teweegbrengt.
Ook het woordje ‘kennis’ stoort me, als ik zie hoe vaak – zowel Al Gore, als het IPCC –met hun uitspraken en berekeningen, totaal naast de realiteit belanden. Hun modellen houden enkel stand mits verregaande manipulatie, voor zover ze al stand houden…
Heeft u de laatste tijd de nieuwtjes en evolutie gevolgd van, ik pik er zomaar iets uit … de windmolens? Daar wordt in de media behoorlijk creatief mee omgegaan en ook daar gaan de journalisten helemaal op in het mainstream verhaal. Geen enkele kritische vraag maar papegaai-journalistiek. Zo lees ik in dit artikel :
“Het levenseinde van de eerste generatie windmolens op de Noordzee nadert met rasse schreden. De vergunningen voor het uitbaten van de bestaande Belgische windparken dateren van 10 tot 15 jaar geleden. De gemiddelde levensduur is ± 20 jaar. De ontmanteling van die eerste generatie windturbines komt intussen in zicht.”
Inhoudelijk zal daar wel waarheid in zitten, maar is dit niet een beetje ‘schrappen wat niet past’? Wat bedoelt de auteur? Vergunningen 10 jaar tot 15 jaar…
Toch wel een behoorlijk ruime marge. Wanneer zijn die dan geplaatst – ik veronderstel toch niet vóór de vergunning.
En wat is dan de effectieve levensduur? Want aan die twintig jaar, daar zitten we nog niet. Of zijn we, ook wat dat betreft, voorgelogen?
Minister van Noordzee, Vincent Van Quickenborne, formuleert de problemen, in een persbericht, op deze manier: ‘Enerzijds volgen nieuwe technologieën zich razendsnel op en anderzijds ontstaan steeds weer nieuwe inzichten rond de interactie tussen windparken en biodiversiteit’.
Om te beginnen met het laatste. Ik veronderstel dat hiermee niet wordt bedoeld, de toename van mosselen, aan de fundering van zo’n paal. Ik mag hopen dat de minister weet heeft van de vele slachtoffers die er vallen : vogels, vleermuizen, insecten (Bron), maar ook zeezoogdieren, zoals walvissen… (Bron). Wat denkt de minister daar dan aan te doen? Eerst 30.000 nieuwe windmolens plaatsen in de Noordzee en dan kijken wat er gebeurt? Ik heb het al aangehaald (Bron), maar uit een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie blijkt, dat bijna alle windmolen-projecten in Vlaanderen gezet zijn, zonder geldig plan-MER (Milieu-effectrapport). Ik zou het wel logisch vinden, dat een wat wakkere journalist, in een artikel of interview, toch iets dieper ingaat op zijn onderwerp, en zich niet beperkt tot het overnemen van de Belga-teksten. De voorgekauwde eenheidsworst die men in alle kranten terugvindt.
Het argument ‘nieuwe technologieën’, wordt hier door de minister duidelijk bovengehaald, als camouflage voor een ander probleem, waar hij beslist weet moet van hebben – tenzij hij zijn dossiers niet kent en/of er op zijn kabinet geen studies of rapporten worden gelezen. Al jaren circuleren cijfers en grafieken over het niet renderen van windmolens, een rendement dat trouwens, na een paar jaar nog verder afneemt. Dit kon u, al in 2012, lezen in dit rapport van The British Renewable Energy Foundation. De grafieken hieronder tonen de afname in rendement, voor een aantal on- en offshore windmolenparken in Denemarken en het Verenigd Koninkrijk.
Voor het eerst in de geschiedenis geeft ook een regeringsinstantie, Ierland, toe dat dit effectief zo is. Maar niet alleen Ierland heeft dit door. Zoals ik al schreef (Bron), ook uitbaters van windmolenparken willen het liefst, zo vlug mogelijk, het zinkende schip verlaten. Denk aan de familie Colruyt. De subsidies zijn geïnd, het financieel risico wordt stilaan te groot, er komen onkosten aan, investeerders worden net zo zeldzaam als jobstudenten aan de kust. De titels in business-bladen liegen er niet om, zoals u hieronder kunt zien.
Tinne heeft daar een handige oplossing voor gevonden: we vragen het aan de kleintjes. We zetten de grote investeerders uit de wind (woordspeling) en vragen het aan de kmo’s en kleine spaarders. Spaargeld brengt toch niet op, dus kan je beter investeren in het opkrikken van oude rommel. We starten een ‘burgerparticipatie’. In een publicatie van Luminus legt men uit wat men daar onder verstaat :
‘Luminus heeft verschillende vennootschappen voor de bouw en uitbating van windturbines opgericht, waarin lokale besturen kunnen participeren. Het geeft hen de mogelijkheid om mee te genieten van een deel van de opbrengsten van windturbines op hun grondgebied, of bij hen in de buurt. Luminus betrekt zo omwonenden bij projecten op het gebied van hernieuwbare energie’.
‘Mee genieten’ vind ik daar zo schitterend in. Ik mag hopen dat de participanten eerst het dossier mogen lezen van Siemens Energy.
Dat illustreert, in essentie, waar de economie van de energietransitie, volgens mij, uiteindelijk op gebaseerd is. Alles weghalen bij de kleintjes – liefst uit vrije wil, maar als het moet onder dwang – en heel dat kapitaal versluizen, naar sinistere rekeningen, in niet te controleren zones. Toen ik, lang geleden, voor het eerst las van ‘complotdenkers’ en ik citeer “die de idee aanhangen dat een groep enkelingen de wereld regeren” vond ik dit onzin, maar ik denk dat we inderdaad, langs om meer, die richting uit gaan.
Alles begint met een overheid, die zich laat inpakken of akkoorden sluit met mensen, die belangen hebben in hernieuwbare brandstoffen – de andere bronnen sta je niet meer toe. Deze gedwongen winkelnering leidt ertoe, dat de inkomstenbron voor die investeerders gegarandeerd is. Huts, Colruyt en co moeten er niet wakker van liggen dat de zaak niet rendeert. Dat die systemen zelf heel duur zijn, juist niét renderen, en enkel kunnen draaien op subsidies, doet er niet toe. Dat het zelfs niet realiseerbaar is ook al niet – grondstoffen ontbreken of worden onbetaalbaar – de infrastructuur ontbreekt: het netwerk is niet aangepast – de opslag is afwezig. Dat het erg vervuilend is en slecht voor het milieu, onbelangrijk. Dat het een sociaal bloedbad teweegbrengt en geopolitiek enorme risico’s inhoudt, niet relevant. De grondstoffen en ondersteunende industrieën zitten geconcentreerd in bedenkelijke landen, en de westerse industrieën liggen op apegapen. Je moet alleen de juiste mensen meekrijgen (media / rechters ), de mensen dom houden en de groep die aan dat laatste iets probeert te doen, isoleren, beschuldigen en belachelijk maken. Je zorgt ervoor dat niemand de andere kant op mag gaan: je schaft inspraak af, je schaft inzicht af, je schaft controle af. Je zorgt dat je voldoende ver zit als de zaak failliet gaat, – uit dank krijg je een topjob in Europa – en je geeft de fakkel door aan de volgende. Laat dit gerust even bezinken. Ik hoop dat ik ongelijk heb, maar ik vrees van niet…Stilaan heeft men dus ook bovenaan door, dat het systeem niet werkt, en niet rendeert. Of het aanslaat of niet, interesseert ze niet. Het wordt niet verkocht maar opgelegd. Tegen alle logica in, blijft men dit schaamteloos uitbreiden. De megalomane plannen buitelen over elkaar. Wie het virus eenmaal te pakken heeft, heeft blijkbaar nooit genoeg.
In fluopak op naar het volgende project. De cultuursector kan nog bijleren van deze theaterpolitiek.
In een officiële
mededeling van de Federale Overheid lees ik: ‘Noordzee-top Oostende legt basis voor ’s werelds grootste groene energiecentrale.’ Een gigantisch windmolenpark van 30.000 molens. Oeps, Siemens vergeten lezen? Of vragen we het aan de kleintjes? Of komt het andermaal uit de jackpot van Europa. Die hebben er geen problemen mee. Zoals ik al schreef: het prijskaartje van de Europese klimaatdoelstellingen tegen 2030 is één biljoen euro per jaar. Duizend miljard euro per jaar ! (
Bron)
Ik zou al denken: dergelijke grote investeringen doe je toch niet zonder een compleet beeld van de maatschappelijke kosten en baten. Om dat laatste even in perspectief te plaatsen: De Nederlandse minister Jetten, vindt 28 miljard, om 0,00036 graden temperatuurstijging te voorkomen, blijkbaar geen probleem. (
Bron) We vragen het de kleintjes…
Ben ik volgens u cynisch of realistisch? Geef toe: als je de stukken aan elkaar koppelt, is het toch hallucinant waar we mee bezig zijn. Beleidsmakers zien dat blijkbaar niet meer – selectief blind of verblind ?Toen ik per mail een klimaat-opmerking maakte bij het contactbureau van een grote Vlaamse partij, kreeg ik als repliek : ‘‘Wij blijven hameren op de drie pijlers van onze energiemix: betaalbaarheid, zekerheid en duurzaamheid.’ want ‘We mogen niet toelaten dat de volgende generaties hiervan het slachtoffer worden.’
Ik heb die zinnen meerdere keren moeten herlezen. Betaalbaarheid, zekerheid, duurzaamheid, volgende generaties…
Want wat zie ik voor die ‘volgende generaties’? Een land dat bezaaid is met windmolens en zonnepanelen, en waterstof-fabrieken, verbonden met hoogspanningsmasten en infrastructuur. En wat is hun economische toekomst? Dit laatste vond ik sterk verwoord in dit
artikel van Luc Nys: ‘Europa heeft eigenlijk geen industrieel beleid. Enkel regels. Geen regels die zeggen wat mag, maar vooral regels die zeggen wat allemaal niet mag. De algemene trend daarin is dat alles wat vervuilend en productie-gerelateerd is, moet verdwijnen. En dat aan met name produceren, een flink carbon-prijskaartje hangt. Decarbonisatie is immers de enige strategie die wel geformuleerd is. De EU beweert bij hoog en laag dat decarbonisatie niet hoeft te leiden tot de-industrialisatie. Er komen immers allemaal fantastische, goedbetaalde jobs voor bij, en nieuwe hoogtechnologische bedrijven. Die krijgen dan hopen subsidies om overal toxische glasplaten in te schroeven. En voor warmtepompen, elektrische auto’s en hoogst beperkt recycleerbare windmolens. Want ja, men kan tegenwoordig composiet dan wel recycleren, maar de herbruikbaarheid van windmolens/wieken is erg beperkt.’ Op een minimum aan rationaliteit hoef je niet langer te rekenen, want ook wetenschap heeft tegenwoordig een kleur. Het klimaat is een verdienmodel geworden en de politiek is nog enkel perceptiemanagement.
Voor het eerst in onze moderne geschiedenis kennen we het fenomeen ‘energiearmoede’. Mensen zitten in de kou, omdat ze de energierekening niet meer kunnen betalen.
Guus Berkhout vat dit krachtig samen :
‘ Wat de politiek wil, werkt niet. En wat werkt, wil de politiek niet.’ Dát is waar we ondertussen zijn beland. Maar het drama wordt nog groter, want we hypothekeren niet alleen onszelf, we remmen ook de groei van de zich ontwikkelende landen, voornamelijk in Afrika en Azië. Hier zal de vraag naar energie in de komende decennia aanzienlijk toenemen. Elektriciteit is cruciaal voor ontwikkeling en emancipatie. Als de mensen in arme en opkomende landen een beter leven willen, zullen ze heel wat meer energie nodig hebben, dan we kunnen aanbieden met waardeloze, niet renderende en te subsidiëren systemen. Soms verliest men het uit het oog, maar modernisering komt met het stopcontact. Iedereen is vrij zolang hij of zij de medemens geen schade berokkent.
Dit schreef de Engelse filosoof en econoom J.S. Mill in zijn boek ‘Over Vrijheid’ (1859 ) en zo voel ik het ook aan.Maar hij voegt er ook aan toe: ‘… maar die vrijheid moet wel samengaan met morele verantwoordelijkheid.’ Ik denk dat het tijd wordt, dat we ons daar eens goed over bezinnen. In het belang van de rest van de wereld, én de komende generaties.
Luk Adang