Nog niet zo lang geleden waanden we ons meesters van ons lot. We dachten alles te kunnen plannen. Hielden rekening met onzekerheden in de marges, maar dachten toch wel grosso modo uit te kunnen gaan van wat wij van de toekomst verwachtten. We dachten dat ons leven maakbaar was, zo schreef ook Ilja Leonard Pfeijffer in zijn dagelijkse aantekeningen in NRC Handelsblad vanuit Genua tijdens de eerste coronagolf. Hij schreef: ‘Het leven was maakbaar, lijden was achterhaald en geluk op bestelling leverbaar. We temden de grilligheid van toeval, elimineerden risico’s en streefden naar totale controle over alles. Eén lullig microscopisch klein virus sloeg onze illusie van controle aan diggelen. We probeerden de controle te herwinnen door alles wat we maar konden bedenken onder draconische controle te brengen. We moesten en zouden laten zien dat we de baas waren.’
Maar toch zitten we voor de tweede keer met kerst thuis in kleine kring. Zo anders dan we gedacht en gehoopt hadden. ‘Veel tunnel, weinig licht’, zo wordt alom geroepen.
Natuurlijk wist een kamer in ons brein wel dat we kwetsbaar waren. Helemaal als we het ongeluk van nabij meemaakten. Maar onze agenda, onze targets en onze sociale omgeving gaven ons dan vaak nauwelijks de kans om hierbij stil te staan. Om even stil te staan en te resetten. Want het devies was: we moeten door. Je kunt niet achterblijven. Voor je het weet zijn ze je vergeten en doe je er niet meer toe. En daarom gingen we maar door. ‘Groei’ noemden we dat. Sociaal en economisch.
En toen het allemaal weer een beetje ging en de vaccins ons de hoop boden dat we het aankonden, bleek er maar weinig veranderd. De gedachte van sommigen dat er door deze crisis echt iets zou gaan veranderen werd gelogenstraft. ‘Never waste a good crisis’, bleek een wassen neus. En nu we opnieuw in een moedeloos makende lockdown zitten, dringt het besef langzaam door dat we ermee moeten leren leven.
Troost vinden in oude bronnen
Heeft dat aloude verhaal van kerst nog iets aan troost en hoop te bieden? In zijn laatste boek Troost, als licht in donkere tijden vertelt Michael Ignatieff over zijn zoektocht naar troost in oude bronnen, zoals de Bijbel. Je hoeft niet gelovig te zijn om ook in die verhalen en gedichten troost te vinden. ‘Waarom zouden wij een geloofstest moeten doorstaan voordat wij troost putten uit religieuze teksten?’ Ze leren ons dat troost vinden vooral betekent: vasthouden aan de liefde voor het leven zoals het is, in het hier en nu, aldus Ignatieff.
Ook het kerstverhaal verbindt ons met een eeuwenoude traditie waarin onze voorouders zochten naar taal om staande te kunnen blijven in tijden van crises. Hoezeer het kerstverhaal ook is bedolven onder tal van romantische interpretaties, het vertelt het verhaal van nieuw leven in tijden van nood. In dit verhaal wordt in een wereld die wordt gedomineerd door tal van machten die heel het leven lijken te bepalen, gesproken over de geboorte van een kind als begin van een nieuw leven en een nieuwe toekomst.
Hannah Arendt ontleende aan dit kerstverhaal haar begrip ‘nataliteit’. De mens is niet alleen maar sterfelijk, zo ontdekte ze, maar vooral ook ‘geboortelijk’. De mens is namelijk in staat om steeds weer opnieuw te beginnen. Het werd het uitgangspunt voor haar filosofie.
Anders naar de wereld kijken
Dit besef is krachtiger dan de berusting. Berusting is je overgeven, elke hoop opgeven dat het anders kan, maar het besef van nataliteit, van geboortelijkheid, geeft hoop. Zo ook in het kerstverhaal waarin uiteindelijk niet de spierballen van de keizer het laatste woord hebben, maar een kwetsbaar kind dat ergens in een stal op de velden van Bethlehem wordt geboren.
In dat kind wordt niet ons geloof in de maakbaarheid bevestigd, maar wordt stem gegeven aan het geloof dat de ‘zachte krachten zullen winnen’ (Henriette Roland Holst). Dat kind laat ons anders naar deze wereld kijken. Niet vanuit het perspectief van de onmogelijkheden, maar vanuit de gedachte dat ten diepste niets onmogelijk is. Die gedachte houdt het zelfs niet voor onmogelijk dat wij nog weleens telkens opnieuw zouden kunnen veranderen van vermoeide consumenten tot mensen en medemensen.
Ad van Nieuwpoort is predikant van de protestantse Duinzichtkerk in Den Haag.